Terugblik op 43 jaar Gordel
30/05/24
Op zondag 1 september trekt de Gordel door de Rand. Wat in 1981 begon als een politiek burgerinitiatief met sportieve inslag, is nu eerder een sportief evenement met politieke bijklank. In de jaren 90 en 2000 was het een massa-evenement dat zijn gelijke niet kende. Gordels vast voor een terugblik
Een bewogen geschiedenis
De Gordel is een sportief evenement dat al meer dan veertig jaar het groene en Vlaamse karakter van de Rand wil benadrukken. Wat vandaag een vaste afspraak op de evenementenkalender is, begon ooit als een kleinschalig vrijwilligersevenement. Het was ook jarenlang een groot mediagebeuren met festivalallures, veel bekende Vlamingen, gadgets, Gordelliedjes, live-uitzendingen én sabotageacties.
Egmontakkoord
Het was de toenmalige minister van Cultuur Frans Van Mechelen die begin jaren 70 met een citaat uit Max Havelaars boek Multatuli naar de regio rond Brussel verwees als ‘een gordel van smaragd’. Hij doelde daarmee op het groene karakter van de streek, maar gaf de ‘smaragd’ ook de vorm van cultuurcentra die de Vlaamse aanwezigheid in de regio moesten ondersteunen. Zo openden in 1973 cultuurcentrum Westrand Dilbeek en CC Strombeek, en werd in Dworp jeugdcentrum Destelheide ingeplant.
Dat de Gordel zelf een instituut zou worden, konden we toen niet vermoeden. Communautair was er in de jaren 70 heel wat aan de hand dat invloed op de Rand zou hebben. Zo onderhandelde eerste minister Leo Tindemans in 1977 het beruchte Egmontpact met de partijvoorzitters van zijn meerderheid, waar behalve christendemocraten en socialisten ook de communautaire partijen Volksunie (VU) en FDF (nu DéFI) deel van uitmaakten. Zij wilden België federaliseren door van de drie cultuurgemeenschappen volwaardige deelstaten te maken. Ook het tweetalige kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV), de communautaire achilleshiel, zou daarbij gesplitst worden. Om die splitsing voor de Franstaligen verteerbaar te maken, zouden de inwoners van de zes faciliteitengemeenten zich permanent ‘fictief’ in een Brusselse gemeente mogen inschrijven, zodat zij daar hun administratieve, fiscale en gerechtelijke dossiers in het Frans konden afhandelen en er op Franstalige lijsten konden blijven stemmen. In tegenstelling tot de Vlaamse onderhandelaars vonden veel Vlaamse inwoners en belangengroepen deze prijs voor een splitsing te hoog. En grondwettelijk stuitte de regeling op bezwaren. Het akkoord verviel en op 11 oktober 1978 zei Tindemans aan het parlement dat hij de grondwet geen ‘vodje papier’ vond, en dat hij aan de koning het ontslag van zijn regering zou vragen.
Eerste Gordel in Rode
De federalisering en de splitsing van BHV gingen in de koelkast, maar de mobilisatie tegen het Egmontakkoord genereerde wel een soort Randgevoel van Overijse tot Dilbeek. Zo bedacht KLM Cargo-topman Herman Brijssinck in 1978 in die laatste gemeente de slogan ‘Waar Vlamingen THUIS zijn’, die gepaard ging met tal van acties. Daarop vroegen andere Vlaamsgezinden, zoals journalist Marc Platel uit Kraainem en dokter André Lerminaux uit Drogenbos, om de faciliteitengemeenten niet te vergeten. Samen zetten ze in 1980 met ‘Wij houden van alle mensen die het Vlaamse karakter van onze gemeente eerbiedigen’ een nieuw actieplatform op. Met een hartje als logo, met de hulp van vrijwilligers, en met crowdfundingsacties avant la lettre verspreidden zij bierviltjes, kaarsen, paasbloemen, meetlatten in scholen, speculazen in woonzorgcentra en koekenhartjes in winkels, om het Vlaamse karakter van de hele Rand uit te dragen.
Omdat niet iedere Vlaming die Vlaamse rand rond Brussel kon situeren, werd op een vergadering in Sint-Genesius-Rode beslist om een fietstocht te organiseren langs 18 randgemeenten, waaronder de zes faciliteitengemeenten. Rode was toen de enige faciliteitengemeente met een Vlaamse meerderheid, en de plaatselijke wielertoeristenclub De Hoek zou helpen. Op die manier ging op 27 september 1981 in Rode de eerste Gordel van start. Met een korte lokale tijdrit en een lange tocht van 100 kilometer langs 18 gemeenten. Het aantal deelnemers werd achteraf met een knipoog vastgelegd op 1.302.
Massa-evenement
De Gordel verbond sport met politiek. Begin jaren 80 kwam het wielertoerisme sterk opzetten. Bloso, de voorloper van Sport Vlaanderen, was het initiatief genegen en riep de eerste Gordel uit tot een Sport+-klassieker, een titel die voor wedstrijden met traditie en impact was weggelegd, zoals de Dodentocht. Het tweede jaar werd de samenwerking uitgebreid, en vanaf 1983 nam Bloso de organisatie steeds meer over.
Ondertussen stortten ook de Vlaamse media en showbizz zich op het evenement. In 1987 zong Will Tura met Gordelen moet je doen het eerste officiële Gordellied in. In 1981 was zangeres en deelneemster van het Eurovisiesongfestival Micha Marah al bereid gevonden de zes faciliteitengemeenten te steunen met het nummer Ik hou van alle zes, dat ook op de eerste Gordel werd gezongen. Micha Marah zat toen op een tandem samen met de Rodense schepen Herman Wauters, de vader van Koen en Kris – Clouseau – Wauters, die op hun kinderfietsje zouden hebben meegereden, later jobstudent waren op het Gordelsecretariaat, en nog later het Gordellied van 1989 zouden inzingen.
Ook Bart Kaëll, Isabelle A, Gert en Samson, K3, Margriet, Helmut Lotti en de onvermijdelijke Bart Peeters zongen in de loop der jaren Gordelliederen. Vanaf 1986 ging Radio 2 vier uur live op antenne vanop de Gordel; nieuwsuitzendingen en dagbladen besteedden ruim aandacht aan het evenement. Sponsors volgden en zorgden in de grote Gordeltrefpunten Sint-Genesius-Rode, Machelen, Overijse, Zaventem en Dilbeek voor talrijke gadgets. Zo ging het aantal deelnemers onafgebroken in stijgende lijn tot aan de recordeditie van 1993, toen 112.655 mensen deelnamen aan de vele wandel- of fietsparcours met uitlopers tot in de Vlaamse Ardennen, of naar de optredens op een van de grote podia keken. De Gordel was begin jaren 90 het grootste eendagsevenement in Vlaanderen, groter dan het muziekfestival Torhout-Werchter. Alleen het slechte weer kon de pret bederven. Van 1994 tot 1998 volgden ‘regenjaren’ die het enthousiasme wat temperden.
Oorspronkelijke elan
De Gordel bood voor elk wat wils en het Vlaamse karakter van het evenement werd gaandeweg breder geïnterpreteerd. Nadat het Sint-Michielsakkoord in 1993 van België een federale staat had gemaakt, in 1995 de provincie Vlaams-Brabant was ontstaan en in 1996 vzw ‘de Rand’, (die vanaf 1998 de gemeenschapscentra betrok bij de organisatie van de Gordel), was Vlaanderen institutioneel stevig verankerd in de Rand. Het meer dan 100 km lange Gordelparcours rond de hoofdstad werd een permanent bewegwijzerd fietspad.
Ook veel Franstaligen namen deel aan de Gordel, al werd de jaarlijkse ‘sportieve 11 juli’ politiek gezien niet door hen gesmaakt. Terugkerende tegenacties van schimmige figuren die het parcours met spijkers bestrooiden of de bewegwijzering ‘aanpasten’ werden ook een soort sport. Ooit kwam een groep wandelaars zo in Hoeilaart op de pechstrook van de E411 terecht.
Een laatste grote politieke opstoot was merkbaar tussen 2002 en 2010. Dat laatste jaar werd gemarkeerd door de 30e Gordel én de val van de regering Leterme om de uitblijvende splitsing van BHV. Zo bleef de Gordel tot de splitsing in 2012 een vaste afspraak voor politici die de ‘onverwijlde splitsing’ eisten. Nadien zocht de Gordel, met privépartner Flanders Classics, naar vernieuwing. Het vervelde tot het Gordelfestival, een feest met optredens in het provinciedomein van Huizingen. De klemtoon lag eerder op de sportieve en toeristische troeven van de regio. Daarom besloten bestuurders en oude en nieuwe vrijwilligers van de Rand enkele jaren geleden een werkgroep op te richten om het vrijwilligerselan van de begindagen terug te brengen, en de klemtoon op het groene en Vlaamse karakter te herbevestigen. Vorig jaar namen 26.000 mensen deel aan de Gordel, die terug Gordel heet. Dit jaar worden er minstens evenveel verwacht voor een programma vol wandelingen, fietstochten, een gravelparcours, aandacht voor urban sports en G-sport, optredens en randanimatie op het trefpunt in Huizingen en in focusgemeente Dilbeek.
Michaël Bellon