César Franck in Kraainem: ‘Een van de beste pianocompetities’
06/12/24
Sinds 2013 biedt de César Franck International Piano Competition (CFIPC) jonge pianisten uit de hele wereld een platform om hun kunnen te tonen. Op tien jaar tijd verwierf de competitie grote faam. Wij spraken met een ex-winnaar en een eminent jurylid van de wedstrijd.
Toppianiste Cristiana Dragos-Roman (2001) is tot nu toe de enige kandidaat die twee keer de competitie won, in twee verschillende leeftijdscategorieën. De Roemeense begon al piano te spelen toen ze 5,5 jaar was. Op haar 20e had ze al meer dan 80 internationale prijzen gewonnen. Momenteel is Dragos-Roman bezig aan haar laatste masterjaar aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Daar krijgt ze les van Philippe Raskin, de oprichter van de CFIPC, die haar destijds ook uitnodigde voor de eerste editie van de wedstrijd. ‘Ik ontmoette Philippe toen ik 13 jaar was. Hij zat toen in de jury van een wedstrijd in Milaan en nodigde me uit om naar Kraainem te komen. Dat was een grote eer voor mij.’
Goede leerschool
Dergelijke internationale competities kunnen een grote rol spelen in het parcours van een jonge pianist. ‘Het zal voor iedereen verschillend zijn’, vertelt Dragos-Roman, ‘maar voor mij waren die competities heel belangrijk. Ze zorgen om te beginnen voor de nodige motivatie om een heel programma tegen een bepaalde datum perfect in te studeren. Daar ben je maanden mee bezig. Je moet jezelf ook leren organiseren, wat erg belangrijk is als je later als concertpianist aan de slag wil. Ook de druk die bij een wedstrijd komt kijken maakt veel verschil als het erop aankomt om foutloos te spelen. Ik herinner me hoe ik dat indrukwekkende podium opkwam en daar aan die grote tafel tien juryleden zag zitten. Ik had nog nooit voor zo veel juryleden gespeeld. Bij mij was Dimitri Bashkirov de voorzitter, iemand waar ik enorm naar opkeek. Daarnaast kan je je vergelijken met andere deelnemers, en de feedback van de jury helpt je vooruit. De César Franckcompetitie biedt op dat vlak extra mogelijkheden, zoals masterclasses en lessen met juryleden. Dat is belangrijk, want elke pianist en pianoleraar heeft EN Winner and judge reflect on the César Franck competition Founded in 2013, the César Franck International Piano Competition (CFIPC) has provided young pianists from around the world with a platform to showcase their talent. In the decade since its inception, the competition has risen to prominence. We interviewed a past winner and a highly respected member of the competition judging panel. So far, acclaimed pianist Cristiana Dragos-Roman (2001) is the only candidate to have won the competition twice, across two separate age categories. The Romanian pianist began playing at the tender age of five and a half. By the age of twenty, she had already amassed over eighty international awards. Currently, Dragos-Roman is completing her master’s degree at the Royal Conservatory of Brussels under the tutelage of Philippe Raskin, the founder of the CFIPC. ‘Both competitions are of an exceptionally high standard.’ German pianist Andreas Frölich (1963), who has already amassed significant experience as a teacher and member of the judging panel, says, ‘It’s a tremendous responsibility to ensure aspiring concert pianists have every opportunity, as the music world is such a difficult place for young pianists to thrive.’ 12 een andere visie en aanpak. Daar word je als jonge pianist altijd beter van.’
Ook over de organisatie van CFIPC is Dragos-Roman erg te spreken. ‘Alles is er perfect geregeld. Ik heb het nergens beter geweten. Vanaf het moment dat je aankomt, weet je waar en wanneer je kan oefenen en spelen, de piano is geweldig en de sfeer is heel goed. Zeker omdat er ook concerten bij horen. Het is het hele pakket.’
De CFIPC heeft volgens Dragos-Roman dan ook een heel goede reputatie in het buitenland. Van haar mogen we wat de wedstrijd in Kraainem voor jonge pianisten betekent zelfs wat vergelijken met wat de Koningin Elisabethwedstrijd voor volwassenen betekent. ‘Beide wedstrijden hebben een enorm hoog niveau.’ Dragos-Roman mocht in Kraainem al eens invallen als jurylid voor een ander jurylid dat een eigen leerling in competitie had, en dat smaakt naar meer. Ze hoopt er later ooit zelf jonge pianisten vooruit te helpen.
Een beetje gek
Iemand die ondertussen al veel ervaring heeft als leraar en als jurylid, is de Duitse pianist Andreas Frölich (1963). Hij geeft piano aan een van de grootste hogescholen in Europa – de Hochschule für Musik und Tanz Köln – en aan de Yehudi Menuhin School in Engeland. Hij geeft wereldwijd masterclasses, won in zijn carrière tal van prijzen, en is zelf ook artistiek directeur van de MozArtepianocompetitie Aachen, en jurylid in verschillende competities, zoals de CFIPC. Frölich vindt de pedagogische kant van zijn carrière heel belangrijk. ‘Ik kan me mijn leven niet voorstellen zonder lesgeven. Het is een grote verantwoordelijkheid om iemand die concertpianist wil worden alle mogelijkheden daartoe te bieden, want het is voor jonge pianisten moeilijk om te overleven in de muziekwereld. Omdat er zo veel bij komt kijken: concertpianist zijn draait niet alleen om de muziek, maar ook om de persoonlijkheid, en tegenwoordig door de sociale media ook om presentatie en zelfpromotie. Om concertpianist te worden moet je een beetje gek zijn. Het belangrijkste is dat je zo veel van je muziek en je instrument houdt dat je niet zonder kan. Succes willen en de nummer één willen zijn, is niet de juiste basis. De eerste prijs in de Koningin Elisabeth-wedstrijd is geen garantie voor je carrière. Er zijn veel prijswinnaars van wie je later niets meer hoort, omdat ze elke jury kunnen overtuigen, maar later eigenlijk niets meer te vertellen hebben en dus eigenlijk heel saai zijn. Anderzijds heb je ook pianisten die niet zo van competities houden, maar wel echte muzikanten zijn.’
Toch moedigt Frölich zijn studenten altijd aan om aan wedstrijden deel te nemen. ‘Je moet naar buiten komen met je muziek en je moet zo veel mogelijk repertoire leren. Als je deelneemt aan competities, zal je meer oefenen en meer tijd steken in je instrument. Je leert ook omgaan met de stress op het podium voor een jury die alle moeilijkheden van een partituur kent. Zo ontwikkel je een professionele standaard en eengevoel van technische veiligheid en meesterschap. Je leert er kritisch naar jezelf te luisteren, wat je veel kan helpen in je ontwikkeling. Ook als je geen prijs wint.’
Frölich bevestigt de internationale status van de CFIPC. Wat voor een jurylid is hij zelf? ‘Dat is een goede vraag. Het technische aspect is zeker belangrijk. Er spelen in een wedstrijd veel subjectieve factoren, maar wat objectief is, is de partituur, en je meesterschap over je instrument. Maak je te veel fouten, dan zal je niet winnen. Maar juist omdat ik heel erg geloof in het idealistische idee dat muziek een taal is die mensen van over de hele wereld verbindt, verlang ik van muzikanten dat ze tegen mij praten. Dat ze naast virtuositeit ook sensitiviteit aan de dag leggen. Het respect voor de compositie moet in balans zijn met het tonen van je persoonlijkheid, je gevoel en interpretatie.’
Tekst: Michaël Bellon
Foto: Tine De Wilde
Uit: lijsterbes december/januari 24-25