Gemeenschapskrant vzw 'de Rand'

Carol Vercarre is procureur des Konings in Halle-Vilvoorde

27/11/24

Ruim een jaar geleden volgde Carol Vercarre Ine Van Wymersch op als procureur des Konings in Halle-Vilvoorde. Een parket dat een bijzondere plaats inneemt in de Belgische justitie.

12.24_GK_RN_CarolVercarre (c) FC.jpg
© Tine De Wilde

‘Een eigen beleid voeren is belangrijk’

Carol Vercarre

Jouw voorganger Ine Van Wymersch werd nationale drugscommissaris. Drugs aanpakken was een van haar prioriteiten. Welke accenten wil jij leggen?

‘Drugs zijn ook voor mij een prioriteit. Met de politie doen we acties om drugs in het verkeer en in schoolomgevingen aan te pakken. Met de rechtbank bekijken we om in een drugsbehandelingskamer voor gebruikers te voorzien. We hebben het anonieme drugsmeldpunt van de provincie waar burgers verdachte situaties kunnen melden, zodat politie en parket dat verder kunnen onderzoeken. We werken met de federale gerechtelijke politie en de lokale politiezones op de criminele organisaties die cannabis- plantages opzetten.’ ‘Daarnaast zetten we ook in op de problematiek van intrafamiliaal geweld en de bescherming van minderjarigen. Helaas zijn er hiervoor in de Vlaamse Rand veel te weinig voorzieningen. Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord pleit ‘voor de versterking van de Rand en een inhaalbeweging voor de historische investeringsachterstand in onder andere Halle-Vilvoorde’ voor wat betreft jeugd- en welzijnsvoorzieningen, zorgaanbod en dergelijke. Daar ben ik heel blij mee, want we botsen op onze limieten qua hulpverlening. Daarnaast streven we naar een veiliger verkeer. Voor de luchthaven hebben we een apart veiligheidsplan dat focust op verschillende criminele fenomenen.’

Brussel-Halle-Vilvoorde heeft een speciale plek in de Belgische politiek. Is het parket Halle-Vilvoorde vandaag een vaststaand feit of wordt het nog in vraag gesteld?

‘Een apart parket voor het arrondissement Halle-Vilvoorde stelt niemand meer in vraag. Het is heel belangrijk om voor de mensen van deze regio een eigen justitieel beleid te kunnen voeren. Brussel heeft als hoofdstad zijn eigen uitdagingen, die wij hier ook ondervinden, want de grootstedelijke criminaliteit dijt uit naar de Rand. Anderzijds hebben wij ‘Voor verschillende fenomenen stippelen we een specifiek beleid uit. Voor bepaalde feiten zoals gsm-gebruik achter het stuur, diefstallen, cybercrime of lachgas hebben we met collega’s en politie overleg over de aanpak. Welke feiten komen in aanmerking voor een bemiddeling of een geldboete? Voor welke feiten wordt er via snelrecht gedagvaard voor de rechtbank? Wanneer trekken we onmiddellijk het rijbewijs in? Op die manier probeer je te zorgen voor coherentie. Je wil niet dat elke magistraat lukraak moet beslissen over elk dossier dat op diens bureau belandt. We werken zo veel mogelijk ketengericht. Per materie proberen we een beleid uit te werken met iedereen die daarbij betrokken is. Rond intrafamiliaal geweld bijvoorbeeld hebben we nu het Veilig Huis in Halle, waar we inzetten op het doorbreken van die keten van geweld, en waar we gezinnen – zowel slachtoffers als daders – ondersteunen.’

Als je door het verschillende profiel van de verschillende parketten een tweesporenbeleid moet voeren, is justitie dan nog gelijk voor iedereen?

‘Wij hebben minder capaciteit dan de grotere parketten, maar met die beperkte capaciteit kan je toch proberen om kort op de bal te spelen. Hiervoor werken we goed samen met de politie- en inspectiediensten en met de lokale besturen. Zo hebben we regelmatig tijdelijke projecten om overlast aan te pakken, waarbij de burgemeester aan bepaalde personen een plaatsverbod kan opleggen en zijn diensten inschakelt om te bemiddelen. Als deze zachte aanpak niet werkt, staan politie en parket klaar om verder op te volgen. Idem voor fenomenen als malafide bedrijfjes die zich niets aantrekken van de regelgeving. Als Brussel daar sterker op inzet, zien we een verschuiving van het fenomeen naar de Rand. Als wij er dan op inzetten, verschuift het weer naar andere regio’s. In een ideale wereld kunnen alle parketten er even hard op inzetten en heb je die verschuivingen niet, maar de realiteit is helaas anders.’

Advocaten gaan er soms van uit dat jouw parket strenger is dan de Brusselse justitie die vaak minder tijd heeft om kleine criminaliteit te vervolgen. Nederlandstalige parketten zouden repressiever zijn dan Franstalige. Ben jij het daarmee eens?

‘Nee, niet noodzakelijk. We merken wel dat de Brusselse Franstalige onderzoeksrechters soms minder snel iemand in voorhechtenis nemen in afwachting van een proces, maar is dat omdat zij minder streng zijn of zijn er andere overwegingen die meespelen? Bijvoorbeeld omdat ze een hele reeks voorleidingen hebben die dag, of omdat er slechts een beperkte capaciteit is in de gevangenissen? Hebben zij andere prioriteiten of maken ze andere beleidskeuzes?’

Een heel aantal beklaagden vraagt een taalwijziging aan naar het Frans, wat leidt tot extra werkdruk, extra kosten en soms absurde situaties. De taalwetgeving maakt het behoorlijk ingewikkeld.

‘Er is tweetaligheid en wij moeten rekening houden met de taalwet. Als mensen hun procedure in het Frans willen, dan verwijzen we hen door naar Franstalige collega’s die gedetacheerd zijn vanuit het Brusselse parket. Of het eenvoudiger kan? Ik zou heel blij zijn als de volgende regering daar iets aan doet. De taal van de plaats waar de feiten gepleegd zijn: zo eenvoudig kan het zijn. Als je in Brugge, Tongeren of Antwerpen een diefstal pleegt, word je daar als dat nodig is berecht met een tolk. Bij ons zien we veel uiteenlopende nationaliteiten die geen Nederlands of Frans spreken. Zij moeten zich in de rechtbank behelpen met een tolk. Het zou veel simpeler zijn om dat systeem gewoon op iedereen toe te passen die in HalleVilvoorde een misdrijf pleegt.’

Het gesloten asielcentrum van Steenokkerzeel ligt in jouw werkgebied. Jij hebt zelf ooit een repatriëring bijgewoond?

‘Ja. Enkele jaren geleden kwamen er veel klachten binnen van mensen die gerepatrieerd werden. Dat het er heel hardhandig en niet humaan aan toe ging. Ik vind het belangrijk dat je dan ter plaatse gaat om te kunnen oordelen hoe dat in de praktijk verloopt. Ik sluit niet uit dat het af en toe misloopt; als je er niet bij bent, kan je het niet weten, maar ik merkte toen dat de begeleiding er wel was, en alle voorzieningen en mensen om de uitwijzing op een correcte manier te laten verlopen. Ik ben trouwens niet de enige magistraat die regelmatig op plaatsbezoek gaat. Wij gaan vaak mee met de politie op speciale acties in verband met verkeerscontroles, drugs aan schoolomgevingen, horecacontroles en illegale economie. We doen dat omdat we het belangrijk vinden om onze politiediensten te ondersteunen. Die zijn vaak onderbemand en doen zo veel mogelijk met weinig mensen. Zij ondersteunen ons heel goed. Dan is het belangrijk dat je hen erkenning geeft.’

Justitie heeft de digitale (snel)trein gemist, de gebouwen zijn vaak oud en versleten, de middelen zijn schaars. Het parket van Halle-Vilvoorde is gevestigd in het oude rusthuis van Asse.

‘Het is onvoorstelbaar. Er moet dringend meer budget komen. We kunnen amper nieuw personeel aanwerven en ondertussen gaan er mensen met pensioen of ze vinden een andere baan, én er komt steeds meer nieuwe wetgeving die politie en justitie moeten handhaven. We zitten qua administratieve ondersteuning met een enorm tekort. Je kan mensen niet blijven vragen dat ze nog maar eens een tandje bijsteken. We gaan keuzes moeten maken. Waarop zetten we nog in? Door alle besparingen kunnen we onze rol niet meer spelen. Keer op keer op keer worden er veel te weinig middelen uitgetrokken. Dat is niet eerlijk ten opzichte van de burgers, de politie, de besturen. Ook voor de partners die met ons samenwerken is het moeilijk: wetsdokters, tolken, gerechtspsychiaters en psychologen … die te weinig of laattijdig uitbetaald worden. Dan hoeft het niet te verbazen dat sommigen afhaken. Dat is heel frustrerend.’

De job van procureur des Konings is intensief. Wat doe jij om te ontspannen?

‘Ik ga elke dag met onze hond wandelen in de mooie velden en bossen rond Beersel. We wonen midden in het groen. Ik ga ook graag naar de zee, waar ik vandaan kom. Dat is pure ontspanning. Wandelen en uitwaaien, en afspreken met de vrienden en familie die daar nog wonen.’

Meer nieuws

  • Cristiana Dragos-Roman © TDW-1920

    César Franck in Kraainem: ‘Een van de beste pianocompetities’

    06/12/24

    Sinds 2013 biedt de César Franck International Piano Competition (CFIPC) jonge pianisten uit de hele wereld een platform om hun kunnen te tonen. Op tien jaar tijd verwierf de competitie grote faam. Wij spraken met een ex-winnaar en een eminent jurylid van de wedstrijd.

  • Tine De Wilde

    Geert van Doorsselaere ~ Meester in taal, kunst en vakmanschap

    05/12/24

    Elke week begeleidt Geert Van Doorsselaere de conversatietafels Nederlands in GC de Lijsterbes (Kraainem) en GC de Kam (Wezembeek-Oppem). Op dat moment is hij de spelverdeler die het woord aan de deelnemers geeft, zodat zij maximaal hun Nederlands kunnen oefenen. Nu draaien we de rollen om en staat Geert zelf centraal. Maak kennis met zijn passies voor (ver)bouwen, circulaire economie en schilderkunst.

  • Tine De Wilde

    Jong engagement ~ Daniel Dooms

    27/11/24

    Jongeren die zich lokaal engageren, ze bestaan wel degelijk. In deze rubriek polsen we bij jonge mensen die iets betekenen voor de gemeenschap in Kraainem naar hun visie en drijfveren. Deze keer ontmoeten we Daniel Dooms, die in een woonzorgcentrum werkt en als babysit actief is.